Voelde gister weer dat onbehaaglijke zieke gevoel, was best moeilijk om dat gewoon te accepteren en er niet voor weg te vluchten via het denken die dingen verzint om het beter te maken.
Heb wel 3* 20 min meditatie gedaan gister en de wandeling natuurlijk. Uiteindelijk lukte de acceptatie (niet-reageren) redelijk. Heb een bewogen nacht weer gehad met veel energiestromen. Soms ben ik ook bang voor die energiestromen , alsof verlichting een intensiteit gaat brengen waardoor je wat uit je pan door het leven gaat, alsof je met drugs op door het leven gaat. Maar dat is natuurlijk onzin, dat zijn slechts golven van het oplossen van het ego en met schokken doorstromen van de energie. Net als met het oplossen van de oude pijnen denk ik dat het gewoon zal normaliseren en juist opluchting zal geven / bevrijding.
Maar blijf toch die angst voelen om een bepaalde staat te bereiken.
Die angst dat ik dan totaal geen controle meer zou hebben. Moet me meer realiseren dat die angst een illusie is en zich gewoon manifesteert met waar ik mee bezig ben, wat dat ook is.
Merk dat vooral in de ochtend ik constant loop te denken wat ik moet doen die dag; gaat het nog allemaal lukken? Doe ik wel genoeg of moet ik alles even laten en me richten op mijn zelfontwikkeling? De meest simpele keuzes blijven me dan bezig houden. Dit wordt dan minder in de loop van de dag als het programma meer vast komt te staan en ik de illusie beter lijk te ontmaskeren, al zullen die 2 wel samenhangen.
12:00
zat me opeens te bedenken terwijl ik de afdroog deed en de planten water gaf.
Naast de angst die ik spiegel op het concept verlichting is er eigenlijk ook nog de deceptie die ik voelde toen ik me realiseerde dat er geen zelf is. Geen controle is en geen zelf om te (proberen) te controleren.
Wat ik me nog niet genoeg realiseer is dat dat automatisch betekent dat er geen identiteit is.
Ik voelde deceptie , dat we als mens niet meer waren als een organisme in interactie met onze omgeving als geheel, als onderdeel ervan. Dat alles wat we dachten te zijn, een illusie is. Dat er geen zelf was om trots op te kunnen zijn.
Ik realiseer me echter nog niet genoeg dat er dan ook geen identiteit kan zijn. Hierdoor val ik weer makkelijk terug, want dat kan alleen via het denken. Leef ik nog veel via het denken, probeer ik het leven nog via het denken te beleven.
Ik had het ook over prikkels die ik miste, de verslaving, de gewoonte, etc
Maar de kern is waarschijnlijk dat ik er nog niet aan toe was/ben om mijn identiteit op te geven. Dat ik maar vasthoud aan dat denken om mijn identiteit te behouden en daarmee een vorm van “zelf” te creëren.
